Ontbinding rechtspersonen

Een vereniging, stichting of B.V. kan op verschillende manieren opgeheven worden. Bijvoorbeeld door een beschikking van de Kamer van Koophandel of de rechtbank, of door faillietverklaring. Dat noemen we ontbinding of liquidatie. U kunt ook zelf uw vereniging, stichting of B.V. opheffen. Er kunnen vervolgens twee procedures gevolgd worden, de ‘uitgebreide procedure’ of de ‘turboliquidatie’. In dit artikel gaan we in op deze twee procedures. 

1. Besluit tot ontbinding

Wie neemt het besluit tot ontbinding?
Er moet een besluit tot ontbinding genomen worden door het daartoe bevoegde orgaan van de rechtspersoon. Bij een vereniging is dat de algemene (leden)vergadering; bij een stichting is dat het bestuur; bij een B.V. is dat de algemene (aandeelhouders)vergadering. 

Hoe moet het besluit tot ontbinding genomen worden? 
In de meeste statuten zijn bepalingen opgenomen over hoe dit besluit genomen moet worden. Er staat bijvoorbeeld dat er een bepaald aantal leden/bestuurders/aandeelhouders aanwezig moet zijn in de betreffende vergadering (‘quorum’) en/of dat er een bepaalde meerderheid vóór het besluit moet stemmen (‘verzwaarde meerderheid’).

Welke procedure moet gevolgd worden? 
Als er besloten wordt tot ontbinding, moet het bestuur beoordelen of de rechtspersoon wel of geen baten heeft. Baten zijn alle activa van de rechtspersoon, zoals gebouwen, machines, voorraden, inventaris, debiteuren en overige vorderingen (bijvoorbeeld een vordering op de directeur-grootaandeelhouder) en een banksaldo. Dit oordeel van het bestuur of er baten zijn is belangrijk omdat dit bepaalt of de ‘uitgebreide’ procedure van toepassing is of de ‘turboliquidatie’.

2. Turboliquidatie: geen baten
Als het bestuur oordeelt dat een rechtspersoon op het moment van de ontbinding geen baten heeft, is sprake van een ‘turbo-liquidatie’. De rechtspersoon houdt dan direct op te bestaan en kan vervolgens worden uitgeschreven uit het Handelsregister.

Risico van bestuursaansprakelijkheid
Als een bestuurder onterecht een turboliquidatie heeft toegepast (omdat er bijvoorbeeld wel baten waren) kan dat leiden tot bestuursaansprakelijkheid.

Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie
Sinds 15 november 2023 geldt de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie. De wet geldt in eerste instantie voor twee jaar maar kan worden verlengd. Vanwege de eenvoudige procedure wordt de turboliquidatie vaak misbruikt door fraudeurs om baten weg te sluizen en schuldeisers niet te betalen. Deze tijdelijke wet wil dat misbruik op meerdere manieren voorkomen, waaronder:  

  • Verantwoordings- en bekendmakingsverplichting bestuur
    Het bestuur van de rechtspersoon is verplicht om binnen veertien dagen na het ontbindingsbesluit bepaalde financiële stukken te deponeren bij het Handelsregister. Hieronder vallen onder andere een staat van baten en lasten over het laatste boekjaar en een schriftelijke toelichting waarom de rechtspersoon geen baten heeft. Het bestuur moet direct nadat de stukken zijn gedeponeerd schriftelijk aan de schuldeisers van de rechtspersoon melden dat deze stukken zijn gedeponeerd. 
     
  • Bestuursverbod
    Als het Openbaar Ministerie denkt dat een rechtspersoon misbruik maakt van de turboliquidatie, kan het Openbaar Ministerie aan de betrokken bestuurders een bestuursverbod opleggen voor maximaal vijf jaar. Het gevolg van zo’n bestuursverbod is dat de bestuurders gedurende die tijd geen functie als bestuurder of commissaris kunnen uitoefenen, ook niet bij andere rechtspersonen. Dit bestuursverbod wordt ook openbaar gemaakt. 
     
  • Inzagerecht
    Als het bestuur de financiële stukken niet heeft gedeponeerd bij het Handelsregister, krijgen de schuldeisers van de rechtspersoon het recht om aan de kantonrechter te vragen de vennootschapsadministratie in te zien. Op die manier kunnen zij eventuele fouten bij de ontbinding opsporen en om herstel vragen. De kantonrechter kan echter oordelen dat de schuldeisers geen redelijk belang hebben bij het inzien van de administratie. 
  • Economisch delict
    Wanneer het bestuur de verantwoordings- of bekendmakingsverplichtingen overtreedt, is dat een economisch delict.
     

3.  ‘Uitgebreide’ liquidatie: wel baten
Als het bestuur oordeelt dat een rechtspersoon op het moment van ontbinding wel baten heeft, houdt zij niet direct op te bestaan. In dat geval dient het vermogen van de rechtspersoon te worden vereffend door vereffenaar. Die vereffenaar moet worden benoemd door de rechtspersoon. De vereffenaar heeft tot taak de activa van de rechtspersoon te gelde te maken en daarmee de schulden te voldoen. Als er na voldoening van de schuldeisers een saldo overblijft, dan zal dit saldo uitgekeerd moeten worden. In de statuten van de rechtspersoon staat aan wie dit saldo uitgekeerd mag worden, of wie dat mag bepalen. 

Indien de vereffenaar constateert dat de schulden van de rechtspersoon groter zijn dan de baten, dan doet hij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement. In dat geval zal de vereffenaar, in overleg met de schuldeisers, bepalen op welke wijze de aanwezige activa (eventueel na te gelde making) onder de schuldeisers zullen worden verdeeld. De schuldeisers dienen zich te realiseren dat mogelijk slechts een (klein) gedeelte van hun vordering wordt voldaan, wat overigens ook in faillissement het geval kan zijn. Ook eventuele daaraan verbonden fiscale aspecten dienen overwogen te worden.

De vereffening eindigt wanneer de vereffenaar constateert dat er geen baten meer zijn. De rechtspersoon houdt op dat moment op te bestaan en kan vervolgens worden uitgeschreven uit het Handelsregister.

Hieronder is het stappenplan van de ‘uitgebreide’ liquidatie omschreven:

  1. Het besluit tot ontbinding
    Het besluit tot ontbinding, inclusief benoeming van de vereffenaar en aanwijzing van de bewaarder van boeken en bescheiden, dient te worden genomen door het daartoe bevoegde orgaan. 
     
  2. Vereffening
    De vereffenaar maakt de baten te gelde en betaalt de schuldeisers van de rechtspersoon. Als het saldo daarvan negatief is (schulden > baten), dan doet hij aangifte van faillissement (zie ook hierboven). Als de rechtspersoon inderdaad failliet wordt verklaard, dan eindigt deze ontbindings-procedure, en gaat een faillissementsprocedure van start. Daar gaan we in deze notitie niet op in. 
    Als het saldo positief is (schulden < baten), dan gaan we door naar stap 3.
     
  3. Rekening en verantwoording
    De vereffenaar moet een rekening en verantwoording opstellen. Hieruit moet de omvang en de samenstelling van het (positieve) saldo van de rechtspersoon blijken.

    De laatst vastgestelde jaarrekening/jaarstukken van de rechtspersoon kan/kunnen worden gebruikt als rekening en verantwoording. Als zich na het opstellen van die jaarrekening/jaarstukken nog (kleine) wijzigingen hebben voorgedaan, dan kan dat worden vermeld in een (korte) toelichting. Uiteraard kan er ook voor worden gekozen om (nieuwe) tussentijdse cijfers op te stellen.
     
  4. Plan van verdeling
    Als het positieve saldo wordt uitgekeerd aan méér dan één (rechts)persoon, dan moet de vereffenaar ook een plan van verdeling opstellen. Daaruit moet blijken op welke wijze het saldo zal worden verdeeld onder die (rechts)personen.
     
  5. Deponering
    Het besluit tot ontbinding tezamen met de rekening en verantwoording en (indien van toepassing) het plan van verdeling moeten bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel worden gedeponeerd. Deze stukken moeten ook op het kantoor van de rechtspersoon zelf worden gedeponeerd.
     
  6. Advertentie
    Het feit dat het ontbindingsbesluit en de andere stukken zijn gedeponeerd moet kenbaar worden gemaakt door een advertentie in een landelijk verspreid dagblad. Door deze bekendmaking kunnen schuldeisers zien dat er een ontbindingsprocedure loopt, en kunnen zij hun acties bepalen. Een schuldeiser heeft twee maanden de tijd om verzet in te dienen tegen de ontbinding. Dat verzet moet worden ingediend bij de rechtbank.
     
  7. Verklaring rechtbank inzake verzet
    Nadat de twee maanden zijn verstreken moet de vereffenaar bij de rechtbank nagaan of een schuldeiser verzet heeft ingediend. Als dat niet het geval is, dan kan de vereffenaar door met stap h. Als er wel verzet is ingediend, dan zal de vereffenaar met die schuldeiser moeten overleggen hoe dit kan worden opgelost.
     
  8. Slotuitkering/financiële afwikkeling
    Nadat de vereffenaar van de rechtbank de verklaring dat geen verzet is ingesteld heeft ontvangen, kan hij het positieve saldo uitkeren. Dan kan ook de verdere financiële afwikkeling plaatsvinden, waaronder bijvoorbeeld het opheffen van de bankrekening.
     
  9. Uitschrijving Handelsregister
    Als alles is afgewikkeld zal de vereffenaar bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel moeten aangeven dat de ontbinding is afgerond en dat de rechtspersoon kan worden uitgeschreven. Daarbij moet ook de bewaarder van de boeken en bescheiden van de rechtspersoon worden ingeschreven. 

4. Conclusie

Uit deze notitie blijkt dat bij een ontbinding eerst dient te worden beoordeeld of er wel of geen baten aanwezig zijn. Indien er geen baten zijn, kan worden volstaan met een turbo-liquidatie. Indien er wel baten zijn, dient de uitgebreide procedure te worden gevolgd, waarbij de schuldeisers betrokken zullen moeten worden. 

Gezien de risico’s die verbonden zijn aan een turboliquidatie verdient de officiële procedure de voorkeur. Daarom raden wij u aan de officiële procedure te doorlopen. 

5. Mogelijke werkzaamheden
Het is bij een ontbinding niet verplicht een notaris in te schakelen. Wij kunnen u bij het doorlopen van de uitgebreide procedure wel van dienst zijn. Als wij hierin iets voor u kunnen betekenen, neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.

Onze specialisten

Toegevoegd Notaris
Kandidaat-notaris
Heeft u vragen of opmerkingen? Vul dan onderstaand contactformulier en wij zullen zo snel mogelijk contact met u opnemen. U kunt ook direct contact opnemen met één van onze specialisten. 
Voorkeur vestiging
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.
1 + 0 =
Deze rekenvraag is bedoeld om spam tegen te gaan. Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.