Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR); wetsvoorstel aangenomen door Eerste Kamer

Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR); wetsvoorstel aangenomen door Eerste Kamer. Wat houdt deze wet in, en wat voor gevolgen heeft dat voor uw vereniging of stichting?

Sinds 1 januari 2013 geldt de Wet bestuur en toezicht voor N.V.’s en B.V.’s. Met deze wet werd (o.a.) de mogelijkheid vastgelegd om een zogenaamde one-tier-board in te voeren. Het bestuur bestaat in dat geval uit uitvoerende bestuurders en niet-uitvoerende (toezichthoudende) bestuurders. Daarnaast bevatte deze wet regels over meervoudig stemrecht, tegenstrijdig belang bij bestuurders en commissarissen en een verplichte statutaire regeling voor belet en ontstentenis. Deze regelingen bestonden niet voor andere rechtspersonen, zoals de stichting en de vereniging.

Met de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen worden deze regels ook van toepassing verklaard op de andere rechtspersonen, namelijk de stichting, vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij en coöperaties. Het wetsvoorstel Wet Bestuur en toezicht rechtspersonen is op 28 januari 2020 door de Tweede Kamer aangenomen. Op 10 november 2020 heeft ook de Eerste Kamer dit wetsvoorstel aangenomen. Wanneer de wet in werking zal treden, is nu formeel nog onbekend. De verwachting is echter dat dat per 1 januari 2021 zal zijn. De wet zal 5 jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd. 

De nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen bevat onder andere de volgende regels:

  1. het is voor alle rechtspersonen mogelijk een raad van commissarissen of raad van toezicht in te stellen;
  2. het is mogelijk een monistisch (of ‘one tier’) bestuur in te stellen, dat bestaat uit uitvoerende bestuurders en niet-uitvoerende bestuurders;
  3. bestuurders en commissarissen moeten bepaalde uitgangspunten in acht nemen bij het vervullen van hun taak;
  4. meervoudig stemrecht is mogelijk, maar een bestuurder of commissaris kan nooit méér stemmen uitbrengen dan de overige bestuurders/commissarissen tezamen (zie hierna);
  5. een regeling over tegenstrijdig belang bij bestuurders en commissarissen (zie hierna);
  6. de statuten moeten een regeling over belet en ontstentenis voor het bestuur en de raad van commissarissen bevatten (zie hierna);
  7. aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen;
  8. ontslag van een bestuurder van een stichting door de rechter.

Meervoudig stemrecht
Het komt regelmatig voor dat in de statuten van een stichting is opgenomen dat een bepaalde bestuurder meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuursleden tezamen. De voorzitter heeft dan bijvoorbeeld 4 stemmen en de andere bestuurders ieder 1 stem. Zo’n regeling is na de inwerkingtreding van de nieuwe wet niet meer mogelijk.

De oude regeling inzake meervoudig stemrecht blijft na de inwerkingtreding van de WBTR nog 5 jaar geldig. Als de statuten al eerder worden gewijzigd, vervalt de regeling op dat moment al.

Tegenstrijdig belang
Als een bestuurder of commissaris een persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is aan het belang van de rechtspersoon, dan mag die bestuurder/commissaris niet deelnemen aan de besluitvorming over dat onderwerp. 

Als alle bestuurders of de enige bestuurder een tegenstrijdig belang heeft, dan moet dat bestuursbesluit genomen worden door de raad van commissarissen. Is er geen raad van commissarissen, dan wordt het besluit bij de vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij en coöperatie genomen door de algemene vergadering. Bij een stichting wordt het besluit dan alsnog genomen door het bestuur, maar dan moet het bestuur zijn redenen en motivatie voor dat besluit schriftelijk vastleggen. In de statuten van de rechtspersoon kan van deze regels worden afgeweken.

Als de nieuwe wet eenmaal van kracht is geworden, komen de oude statutaire regels omtrent tegenstrijdig belang als het ware te vervallen. Deze worden voor niet geschreven gehouden.

Belet en ontstentenis
Als een bestuurder/commissaris is geschorst of (langdurig) ziek of afwezig is, dan kan hij/zij op dat moment de functie niet uitoefenen. In zo’n geval is er sprake van belet. Als een bestuurder/commissaris is afgetreden, ontslagen of overleden, dan is er een vacature en spreken we van ontstentenis. 

Volgens de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zijn – naast de N.V. en de B.V. – ook alle andere rechtspersonen verplicht om in hun statuten op te nemen wat er gebeurt bij belet of ontstentenis van een bestuurder/commissaris. 

Moeten de statuten van alle rechtspersonen direct aangepast worden?
Nee, dat hoeft niet. Deze wet verplicht rechtspersonen niet om direct hun statuten aan te passen en deze nieuwe regelingen daarin te verwerken. Als de statuten op een moment na inwerkingtreding van de wet gewijzigd worden, moeten deze regelingen daarin wel opgenomen worden. 

Deel dit bericht